Henk ter Maat, de laatste kolenboer van Aalten.
Al tientallen jaren is de kolenboer verdwenen uit het straatbeeld van
Aalten. Tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw was de kolenboer een
vertrouwd beeld in ons dorp. De kolenboer bracht de wintervoorraad met paard
en wagen aan huis. Het was een zwaar en smerig karwei. De kolen werd bij de
mensen in een schuur opgeslagen, men had h...iervoor zelfs een eigen kolenhok.
Elke morgen werd met een kolenkit de benodigde hoeveelheid kolen in de
kachel gestopt en zo wist men vroeger het huis warm te stoken.
Het beroep van kolenboer verdween toen men overschakelde op oliestook en
aardgas.
Bij Slochteren werden in de loop van de jaren zestig van de vorige eeuw
enorme hoeveelheden gas ontdekt. Dit was een schone brandstof welke men via
het aardgasnet gemakkelijk aan huis geleverd kreeg. Henk ter Maat was de
laatste kolenboer in Aalten. De familie Ter Maat ging met de handel in
brandstoffen van start in 1898 aan de Achterstraat, de latere Prinsenstraat.
Later werd de handel voortgezet aan de Stationsstraat. In het begin werd nog
niet gehandeld in kolen maar in turf. Dit werd ontgonnen in de Wolboom; het
Zwarte Veen. Dit kon men hier zelf ontginnen.
Toen dit niet langer meer voorradig was, ging men over op de handel in
kolen. Dit werd aangeleverd via de spoorwegen metwagons. De losplaats was in
de omgeving van de Landbouw.
De kolen kwam voor het overgrote deel uit Limburg. Voor de Hollandse markt
was de kolen uit Limburg de meest geschikte. De grootste importeur van kolen
was de SHV, de Steenkolen Handels Vereniging. Deze importeerde kolen met
name voor de industrie.
De familie Ter Maat handelde na het verdwijnen van de steenkolen nog een
tijdlang in olie o.a. petroleum. In 1988 stopte Henk met zijn handel in
brandstoffen.
Na de kolenkachels kwamen er oliekachels en vervolgens de gashaarden.
In het interview uit 1998 vertelt Henk ter Maat het erg jammer te vinden dat
hij moest stoppen met het werk als kolenboer. Het was weliswaar zwaar en
smerig werk, maar het had toch ook zijn charme.
Interview: Hans de Beukelaer, filmopname: Leo van der Linde.