Huisarts Wim Papiermole op 91-jarige leeftijd overleden

Auteur: Bron: Hans de Beukelaer: boek Poortwachters (1999)
Huisarts Wim Papiermole op 91-jarige leeftijd overleden

Op vrijdag 20 juni overleed op 91-jarige leeftijd oud-huisarts Willem (Wim)  Papiermole uit Aalten. Hij studeerde voor arts tijdens de tweede wereldoorlog. In 1941 begon Wim in Utrecht aan de studie medicijnen, maar moest die onderbreken. De reden daarvoor was een liquidatie door verzetsmensen op 5 februari 1943. Liefst 1800 studenten werden opgepakt en afgevoerd naar Vught. Wim hoorde van de razzia's en dook onder. Studenten die een loyaliteitsverklaring aan het Duitse Rijk aflegden, konden verder studeren. Wim weigerde dat landverraad en dook onder bij Herman ter Horst op boerderij De Koekoek.

"Op vrijdagavond 5 februari 1943 werd H.A. Seyffardt, luitenant-generaal b.d. en commandant van Vrijwilligerslegioen Nederland door de communistische zenuwarts Gerrit Kastein uit Den Haag en student Jan Verleun uit Amsterdam, beiden lid van de verzetsgroep CS-6 geliquideerd. Ze belden bij hem thuis aan en vroegen of zij te maken hadden met Seyffardt. Toen deze daar nietsvermoedend bevestigend op antwoordde, volgden er enkele pistoolschoten. De volgende dag overleed hij aan zijn verwondingen. Wim Papiermole uit Aalten was tweedejaars student medicijnen in Utrecht. Hij was de oudste uit een gezin van vier jongens en een meisje. Het gezin Papiermole woonde aan de Bredevoortsestraat, waar zijn moeder een kruidenierswinkeltje dreef. Zijn vader was procuratiehouder bij de textielfabriek v/h De Gebr. Driessen in de Dijkstraat in Aalten.

Wim Papiermole zag zich door bovenstaande actie voor het eerst in de oorlog voor een moreel dilemma geplaatst. Hij legt uit: ”Deze actie vormde de directe aanleiding voor een razzia op de universiteiten van Amsterdam, Delft, Utrecht en Wageningen. Dat was op zaterdag 6 februari, een dag na de aanslag. Omdat die dag weinig college werd gegeven, werden veel studenten in de bibliotheken opgepakt. Zeshonderd aanwezige studenten werden afgevoerd naar kamp Vught. Drie dagen later volgde een tweede razzia, waarbij 1200 jongeren werden opgepakt.

Net als een groot deel van de studenten die van de razzia’s hoorden, dook ik onmiddellijk onder. De universiteiten sloten daarop hun deuren, maar na korte tijd werden examens en tentamens hervat, niet de colleges en practica. Toch meden de meeste studenten nu de universiteiten. Om rust te creëren op de universiteiten, ontstond vlak na deze razzia’s bij de bezetter het idee voor de loyaliteitsverklaring. Elke student moest de loyaliteitsverklaring ondertekenen. Diegenen die dat niet deden, werden van de universiteiten weggestuurd en zouden automatisch onder de ‘Arbeitseinsatz’ vallen. Landelijk tekenden er uiteindelijk 200 studenten. De bezetter arresteerde vervolgens 3.500 weigeraars, die naar Duitsland zouden worden gestuurd. De overige weigeraars doken onder.

Alle universiteiten sloten uit protest de Wim Papiermole was in 1941 begonnen met zijn studie. Samen met drie andere jongens uit Aalten –Hans Hartman die ook medicijnen studeerde en Wim Nijhof en Joop Klaassen, die beiden diergeneeskunde studeerden – kwam hij voor een moreel dilemma te staan. “De keuze was te kiezen voor je studie of voor je principes. Als we niet tekenden, werd er bovendien gedreigd dat we tewerkgesteld zouden worden, wat betekende dat we zouden worden afgevoerd om te werken voor de Duitse oorlogsindustrie. Dat was ook geen aanlokkelijk vooruitzicht. We hebben daar met z’n vieren druk en heftig over gediscussieerd. Uiteindelijk tekende slechts één van ons op aandringen van zijn vader de verklaring. De twee anderen en ik bleven principieel en weigerden te tekenen.

Enkele dagen later hoorden we via de radio dat de weigeraars zich moesten melden in het ‘Durchgangslager’ Westerbork."Hans Albin Rauter, ‘Generalkommissar für das Sicherheitswesen’ in bezet Nederland verordende op 5 mei 1943 dat alle weigeraars zich binnen 24 uur moesten melden voor deportatie naar Duitsland. Massaal doken studenten toen onder om zich te onttrekken aan de tewerkstelling. Velen raakten zodoende, of zij wilden of niet, in de illegaliteit. Ook Willem Papiermole kwam zo in de illegaliteit terecht. “Omdat ik er helemaal geen trek in had om me te melden, besloot ik onder te duiken. Dan leek het net alsof ik was vertrokken naar Duitsland. Ik was in Aalten en ben op de dag dat ik me moest melden in de buurt bij verschillende boeren langs gegaan met de vraag of ik daar kon onderduiken. De bereidwilligheid viel echter zwaar tegen.

Bij een boer mocht ik weliswaar mee-eten, maar onderduiken vond hij te gevaarlijk. ‘We hebben respect voor je standpunt, maar durven je niet in huis te nemen’, was zijn eerlijk antwoord op mijn vraag. In die tijd was onderduiken nog niet zo algemeen. Pas later kreeg het hier vaste voet aan de grond via de landelijke organisatie met mensen als Ome Jan Wikkerink, tante Riek uit Winterswijk en de gereformeerde dominee Slomp. Ik had de moed al opgegeven, toen ik ’s avonds laat bij een boer in Dale aanklopte die me wel wilde helpen: Herman ter Horst van boerderij De Koekoek. Zijn zoon Johan was ook in de problemen. Deze werkte bij drukkerij De Graafschap en had als journalist in de plaatselijke krant een bericht gezet waarover de NSB in Aalten furieus was en dat ook de Duitsers niet welgevallig was. "Ik ben daar gebleven, tot mijn vader na ‘Market Garden’ (17 september– 25 september 1944) op 18 oktober 1944 in Aalten door SS-ers uit Zevenaar als gijzelaar samen met elf anderen werd opgepakt. Wim Papiermole, "In april 1943 moest elke student deze loyaliteitsverklaring ondertekenen, waarin ze zich loyaal verklaarden aan de Duitsers en niet zouden deelnemen aan sabotage-activiteiten. 

Diegenen die dat niet deden werden van de universiteiten weggestuurd en zouden automatisch onder de ‘Arbeidseinsatz’ vallen". Omdat Wim Papiermole die verklaring weigerde te ondertekenen en ook niet in Duitsland wilde werken, moest hij onderduiken. Willem was tweedejaars student medicijnen in Utrecht. Hij was de oudste uit een gezin Papiermole van vier jongens en een meisje, dat aan de Bredevoortsestraat, in Aalten woonde, waar zijn moeder een kruidenierswinkeltje dreef. Zijn vader was procuratiehouder bij de textielfabriek v/h De Gebr. Driessen in de Dijkstraat in Aalten. Wim kwam uiteindelijk terecht op boerderij De Koekoek in Dale. ‘De bereidwilligheid om me onderdak te verschaffen was niet groot. Ik ben bij verschillende boeren langs gegaan. Bij een kon ik wel meeëten maar niet blijven. Uiteindelijk kwam ik bij Herman ter Horst van De Koekoek wiens zoon Johan ook was ondergedoken. Hij zei: “Kom maar binnen. Je hoeft niet bang te zijn, want je gaat hier alleen maar weg anders dan over mijn lijk”.’Tijdens zijn onderduikperiode op 18 oktober 1944 kwam Wim voor de tweede maal voor een moreel dilemma te staan. Zijn vader was die dag in Aalten door SS-ers uit Zevenaar als gijzelaar samen met elf andere Aaltenaren opgepakt.  

De Duitsers wilden de linie langs de Rijn versterken en iedere man tussen de zestien en de zestig jaar moest zich melden. De Duitsers maakten via een pamflet werd kenbaar, dat wanneer er niet voldoende mensen zich vrijwillig meldden, de gijzelaars op de Markt zouden worden gefusilleerd. Wim durfde het risico niet te nemen en meldde zich de volgende dag. Na de oorlog ging wim Papiermolen verder met zijn studie. Deze rondde hij af in 1950. Hij nam op 1 juli 1953 in Bredevoort de praktijk van dokter Bijlsma in Bredevoort over. Later gingen Papiermolen en huisarts Hartman een praktijk delen en kwam huisarts Kok erbij als derde huisarts. Zo ontstodn er een huisartsenpraktijk aan de Julianastraat in Aalten. Destijds uniek in onze omgeving. In 1988 stopte Papiermole met zijn werk als huisarts en droeg hij de praktijk over aan dokter Wielink.

« Terug naar het artikel
Advertenties
Advertenties
Delightnet Home Automation for free