Bezwaarschrift Malle Babbel in Commissie Bezwaarschrift.

Foto's: Leo v/d Linde Auteur: Leo v/d Linde
Bezwaarschrift Malle Babbel in Commissie Bezwaarschrift.
Bezwaarschrift Malle Babbel in Commissie Bezwaarschrift.
 
Aalten - Op woensdagmiddag 27 november vond er een openbare zitting plaats van de commissie bezwaarschriften in het gemeentehuis in Aalten. Hier kwam het bezwaarschrift ter sprake van Meester Advocaten namens café De Malle Babbel in Aalten gericht tegen het besluit van 5 september 2013 van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten betreffende een last onder dwangsom welke opgelegd werd aan de eigenaar van het café. Eigenaar Frank Wensink is een dwangsom opgelegd van € 5000,- in verband met de overtreding van de geluidsnormen. De uitbater van de Malle Babbel voerde het volgende aan in zijn verweer. "Op  Oktober 2013 heb ik via mijn advocaat bezwaar aangetekend op de door de Gemeente Aalten op 5 eptember 2013 afgegeven last onder dwangsom. Mijn motivatie hiervoor zijn als volgt: De “Last onder dwangsom” is afgegeven naar aanleiding van metingen welke zijn uitgevoerd de data 10 en 11 Augustus en 24 en 25 Augustus. Uit de constateringsrapporten blijkt dat in de conclusies hiervan is verzuimd de 5dB(A) verhoging, aangewezen op grond van het overgangsrecht van het activiteitenbesluit, is mee te nemen. De Gemeente stelt in haar verweer op mijn bezwaarschrift dat het overgangsrecht niet van toepassing is omdat er geen hogere grenswaarden waren vastgesteld voorafgaand aan 1 december 1992. Deze opvatting van de Gemeente klopt niet. Dit heeft de Raad van State al uitgesproken in haar uitspraak op 3 November 2010. De Gemeente stelt in haar verweer ook dit overgangsrecht niet van toepassing zou zijn vanwege een onderbreking in de exploitatie tussen 2009 en 2012. Ook dit klopt naar mijn opvatting niet. Het overgangsrecht van artikel 6.12 zoekt immers aansluiting bij enerzijds het begrip inrichting en anderzijds het inwerkingtreden van het activiteitenbesluit. Gelet op de definitie van de inrichting in de Wet Milieubeheer gaat het daarbij om bedrijfsmatige activiteiten, niet om hetzelfde bedrijf of dezelfde eigenaar, maar om de bedrijvigheid. De bedrijvigheid horeca vind in mijn pand plaats vanaf een datum van voor 1 december 1992, 1904 om precies te zijn. Bovendien bestond deze bedrijvigheid op het peilmoment van 1 januari 2008. Daarmee is aan de voorwaarden voor het van toepassing zijn van het overgangsrecht voldaan. Dat er een tijdelijke onderbreking is geweest doet niet ter zake, nu het soort bedrijvigheid en daarmee dus ook de inrichting niet gewijzigd is. Dat opnieuw een melding in het kader van het Activiteitenbesluit is ingediend, is louter zekerheidshalve gedaan en kan geen afbreuk doen aan het overgangsrecht. Met het indienen van die melding is niet beoogd afbreuk te doen aan de verworven rechten en het rechtens verkregen niveau.
 
Geluidsmetingen:
In opdracht van de Gemeente is in de nacht van 6 op 7 April 2013 een geluidsmeting uitgevoerd door Royal Haskoning. Tijdens die metingen is geconstateerd dat op het moment dat er geen muziek wordt afgespeeld in de Malle Babbel het geluidsdrukniveau kan worden vastgesteld op 49 dB(A).
Vervolgens zijn er door de ODA metingen uitgevoerd in opdracht van de Gemeente op 10 en op 25 Augustus. De Gemeente schrijft in haar brief op 5 september, waarin mijn Last onder Dwangsom is opgelegd, dat zij een concreet verzoek tot handhaving hebben ontvangen van mevrouw Tieman, woonachtig aan de Dijkstraat 2 te Aalten. Aangenomen mag worden dat o.a. dit verzoek tot handhaving, voor de Gemeente aanleiding is om de frequentie van de metingen op te voeren.
 
Uit het conclusierapport van de metingen van 10 en 25 Augustus staat het volgende:
-  Het geluid bestaat hoofdzakelijk uit menselijk stemgeluid afkomstig van het terras.
-  Stemgeluid vanuit het café is hoorbaar.
 
Vervolgens eindigt het conclusierapport van de meting van 25 Augustus: Door het horen van stemgeluid van bezoekers van de Malle Babbel kan geen representatieve meting worden uitgevoerd aangezien dit niet kan worden meegenomen in de bepaling of er sprake is van een overschrijding van de norm. De aanleiding van de opgelegde last onder dwangsom zijn conclusierapporten van 2 metingen, waar in beide rapporten nadrukkelijk wordt beschreven door de dienstdoende ambtenaar dat het geluid dat hoorbaar is hoofdzakelijk menselijk stemgeluid is vanuit het café en mensen en van mensenbuiten het café. In beide rapporten wordt gesproken dat een dergelijke meting, waarbij menselijk stemgeluid hoorbaar is, niet representatief kan zijn. Concreet kan het dan ook niet anders zijn dan dat de opgelegde last onder dwangsom gebaseerd is op onjuiste conclusierapporten en derhalve niet had mogen worden afgegeven.
 
Aanvullend:
Uit beide metingen blijkt ook dat deze metingen zijn verricht vanuit de raamopening van respectievelijk Dijkstraat 2  en vanuit een raamopening aan de Lage Blik 22. Hier hebben betreffende ambtenaren geruime tijd gezeten om de metingen uit te voeren. Beide adressen behoren bij personen welke ruimschoots in media, bij gemeente, commissaris van de Koningin en zelfs de Nationale Ombudsman aangeven grote overlast te ondervinden van mijn café, o.a. bezwaarschriften hebben ingediend tegen afgegeven evenementenvergunningen en een andere evenementenvergunning hebben aangevochten bij de voorzieningsrechter. U zult mij niet horen zeggen dat ik de objectiviteit van de dienstdoende ambtenaren in twijfel trek, echter de gemeente zou deze schijn niet moeten willen oproepen. Des te meer omdat ik zelf als antwoord op mijn vraag of ik bij de metingen bij zou mogen zijn kreeg: “Dat gaat helaas niet meneer Wensink, de buurt zou dan kunnen denken dat de metingen niet objectief zijn uitgevoerd”, aldus  de heer Steenhuizen van de ODA.
 
Dit wordt van belang in hetgeen er gebeurde vanaf 5 September, de datum dat de Last onder Dwangsom naar mij werd verzonden. Dit is ook het moment dat enkele omwonenden de druk op de gemeente opvoeren en de schreeuw om handhaving groter wordt. De kwestie bij de voorzieningsrechter speelt inzake de door de gemeente afgegeven evenementenvergunning, mevrouw Tieman heeft de commissaris van de Koningin aangeschreven alsmede ook de Nationale Ombudsman. Dit alles wordt breeduit in de pers uitgemeten en de Gemeente lijkt een signaal af te willen of moeten geven.
 
Vanaf dat moment vinden er metingen plaats bij mijn café, veel metingen. Om precies te zijn op:
12 september, 13 september, 14 september, 15 september, 28 september, 5 oktober, 1 november en 3 november. De metingen van 12, 13, 14 en 15 september zijn allemaal prima en voldoen volledig aan de limieten. Bij de meting van 28 september door de ODA gaat het mis: Er wordt door de ambtenaar (Loek van den Broek) een overschrijding geconstateerd. (De heer van den Broek is overigens dezelfde ambtenaar welke 2 weken daarvoor geruime tijd bij de omwonenden binnen is geweest om te meten).
 
Aan de Landstraat nummer 2 wordt al niet meer gemeten, anders dan alle voorgaande keren gezien. Opmerkelijk gezien daar mevrouw Tieman woont, zijnde de persoon die aangeeft de grootste overlast te ondervinden. Bevestigd wordt daarmee hetgeen ikzelf al geruime tijd stel: Die kant van het pand is nagenoeg hermetisch afgesloten qua geluid. Bevestigd kan wellicht ook worden dat de ambtenaar gericht op zoek is naar een overtreding.
 
Dhr. Loek van de Broek van het ODA stelt het volgende:
Tijdens de meting is de muziek duidelijk hoorbaar. Ook stemgeluid vanuit het café is hoorbaar.
De meting gaf een waarde van 40,5 dB(A), echter, aangezien de heer van den Broek aangeeft duidelijk muziek te horen, wordt er een correctie voor “muziekgeluid” bij opgeteld van 10 dB(A). Wat een resultaat geeft van deze meting van 50,5 dB(A).
Dit is uitermate dubieus, verondersteld  kan worden dat bij 40,5 dB(A) geen muziek hoorbaar kan zijn. Immers diverse bronnen, waaronder Rijkswaterstaat stellen:
40 dB(A) en minder is zeer stil
40 dB(A) stil
50 dB(A) rustig
Andere bronnen spreken bij 40 dB(A) over een geluidsniveau welke te vergelijken is met die in een bibliotheek, een huiskamer of een stil klaslokaal. Van duidelijk muziek horen kan absoluut geen sprake zijn zodat de 10 dB(A) correctie niet toegepast mag worden.
 
Ondanks deze zeer discutabele resultaten, al dan niet objectief verkregen, schrijft betreffende heer van den Broek dat gezien deze constatering betekent dat er een dwangsom verbeurt is van 5000 Euro.
 
Nog vreemder wordt het wanneer deze zelfde medewerker van de ODA de week erop weer komt meten en zijn conclusie uit het meetrapport van 5 Oktober 2013 luidt: Er kan niet worden gemeten vanwege het geluid van pratende mensen. Enkele weken later is zijn conclusie dat de muziek te zacht is om te meten. De metingen verder in Oktober en November geven allemaal dezelfde resultaten: Het geluid is te zacht om te meten.

« Terug naar het artikel
Advertenties
Advertenties
Delightnet Home Automation for free